De toekomst van elektrische auto’s in Nederland: trends en ontwikkelingen voor 2026

De opmars van de elektrische auto in Nederland is de afgelopen jaren niet te stuiten geweest. Stiller, schoner en vaak voordeliger in gebruik – de voordelen zijn duidelijk. Maar het landschap verandert snel, vooral op financieel vlak. Wat kunnen we verwachten richting 2026? De fiscale voordelen worden anders, nieuwe modellen dienen zich aan en de laadinfrastructuur groeit gestaag. Het is een tijd van zowel opwinding als onzekerheid. Laten we eens dieper duiken in de trends en ontwikkelingen die de nabije toekomst van elektrisch rijden in Nederland zullen bepalen.

Veranderende financiële vooruitzichten

Een van de meest besproken veranderingen is de motorrijtuigenbelasting (MRB), beter bekend als wegenbelasting. Jarenlang genoten eigenaren van volledig elektrische auto’s (EV’s) van een volledige vrijstelling, een flinke stimulans vanuit de overheid. Die tijd loopt echter ten einde. Sinds begin 2025 is de eerste stap gezet: EV-rijders betalen nu 25% van het normale tarief. De volgende grote stap staat gepland voor 1 januari 2026. Volgens de huidige plannen betalen EV-rijders dan 75% van het volledige tarief. Dit is een belangrijk punt, want de hoogte van de wegenbelasting hangt sterk samen met het gewicht van de auto. Elektrische auto’s zijn door hun accupakket nu eenmaal zwaarder – soms wel 300 tot 600 kilo extra! Een elektrische Volkswagen ID.3 kan daardoor straks aanzienlijk duurder uitpakken in de MRB dan een vergelijkbare Golf op benzine. Rekenvoorbeelden laten zien dat voor zwaardere modellen, zoals een Volvo EX90, de jaarlijkse kosten zelfs kunnen oplopen tot boven de €2000. Meer informatie over hoe de wegenbelasting werkt vind je bij de ANWB.

Het is wel goed om te weten dat deze plannen nog niet helemaal in beton gegoten zijn. Er is discussie over de exacte ingangsdatum van het volledige tarief (sommige bronnen noemen pas 2030 of 2031) en er wordt nagedacht over een mogelijke gewichtscorrectie voor EV’s, waar onder andere de ANWB voor pleit, om het nadeel van het zware accupakket te compenseren. Ook alternatieve systemen, zoals een kilometerheffing (‘betalen naar gebruik’), worden overwogen. Mocht zo’n systeem ingevoerd worden, dan zou de huidige wegenbelasting op basis van gewicht en brandstofsoort kunnen verdwijnen of sterk veranderen. De toekomst van autobelastingen blijft dus een dynamisch speelveld.

Ook voor bestuurders van plug-in hybrides (PHEV’s) verandert er het nodige. Deze auto’s, met zowel een verbrandingsmotor als een elektromotor met stekker, profiteerden tot en met 2025 nog van 25% korting op de wegenbelasting (mits de CO2-uitstoot onder de 50 gram per kilometer blijft). Vanaf 2026 vervalt dit voordeel echter volledig. PHEV-rijders gaan dan het volle pond betalen, net als eigenaren van benzine- of dieselauto’s. Dit maakt de financiële afweging voor een PHEV vanaf 2026 weer anders.

Voor de zakelijke rijder speelt ook de bijtelling een rol. De zeer gunstige lage bijtellingspercentages voor EV’s uit het verleden zijn stapsgewijs verhoogd. In 2025 is dit 16% (tot het drempelbedrag van €30.000, daarboven 22%), en de verwachting is dat deze stijging doorzet richting 2026, waardoor het fiscale voordeel ten opzichte van brandstofauto’s kleiner wordt. Toch blijft elektrisch zakelijk rijden naar verwachting aantrekkelijk, mede door de lagere operationele kosten (energie en onderhoud) en de invoering van zero-emissiezones in steeds meer steden. Vanaf 2028 worden bijvoorbeeld oudere dieselbestelauto’s (Euro 6 en lager) in veel gemeenten geweerd, wat de overstap naar elektrisch stimuleert.

Meer keuze dan ooit het aanbod groeit

Ondanks de veranderende financiële prikkels, blijft de keuze aan elektrische auto’s groeien. Autofabrikanten investeren volop in nieuwe modellen en technologie. Neem bijvoorbeeld Škoda: met een investering van € 5,6 miljard tot 2027 plannen zij tegen 2026 zes volledig elektrische modellen in hun gamma te hebben. Naast updates voor de bestaande Enyaq en Enyaq Coupé komen er vier compleet nieuwe modellen bij, die de nieuwe ‘Modern Solid’ designtaal dragen:

  • Een compacte ‘Small’ BEV: een instapmodel vergelijkbaar met de Fabia qua formaat, maar ruimer van binnen, verwacht in 2025 met een beoogde vanafprijs rond de €25.000.
  • De ‘Compact’ Elroq: een 100% elektrische SUV van zo’n 4,5 meter lang als opvolger van de Karoq, gepland voor 2024.
  • Een ruime ‘Combi’ stationwagen: een elektrische stationwagen van ongeveer 4,7 meter, mogelijk de elektrische opvolger van de populaire Octavia Combi, verwacht in 2026.
  • De grote ‘Space’ 7-persoons SUV: de productieversie van de Vision 7S, die in 2025 het topmodel moet worden.

Škoda’s offensief staat symbool voor een bredere trend. De batterijtechnologie blijft zich ontwikkelen, met als resultaat een steeds grotere actieradius en kortere laadtijden. ‘Range anxiety’ (actieradiusvrees) wordt daardoor steeds minder een issue. We zien ook dat luxemerken als Mercedes-Benz de overstap maken naar volledig elektrische line-ups tegen 2030. Tegelijkertijd horen we signalen over terughoudendheid bij sommige traditionele fabrikanten, mogelijk door hoge productiekosten en zorgen over winstmarges. De transitie is complex. Maar de opkomst van nieuwe spelers, met name uit China, die vaak concurrerend geprijsde modellen brengen, en het succes van pioniers als Tesla, houden de druk op de ketel en zorgen voor volop concurrentie en keuze voor de Nederlandse consument.

Een andere belangrijke ontwikkeling is de groeiende tweedehandsmarkt voor elektrische auto’s. De eerste grote lichtingen leaseauto’s, zoals de Tesla Model 3, Nissan Leaf en Hyundai Kona Electric, komen nu beschikbaar als occasion. Dit vergroot niet alleen het aanbod, maar drukt ook de prijzen. Hierdoor wordt elektrisch rijden toegankelijker voor een breder publiek. Er zijn zelfs subsidies specifiek voor de aanschaf van gebruikte EV’s, wat de overstap nog aantrekkelijker kan maken.

Infrastructuur en adoptie waar staan we in 2026

Een elektrische auto is natuurlijk prachtig, maar je moet hem ook kunnen opladen. De laadinfrastructuur is daarom cruciaal. Gelukkig wordt hier flink in geïnvesteerd, zowel door de overheid als door commerciële partijen. Het netwerk van publieke en semi-publieke laadpalen in steden, langs snelwegen en bij bedrijven groeit gestaag. Toch zien we nog wel verschillen per regio. Zo blijkt uit CBS-cijfers dat Utrecht momenteel koploper is wat betreft het aantal EV’s per duizend auto’s, mede dankzij een efficiënt laadnetwerk. Projecten gericht op het versterken van het stroomnet, zoals het GIGA Leopard-project in Groningen, zijn essentieel om de groeiende vraag aan te kunnen en ervoor te zorgen dat je overal betrouwbaar kunt laden.

Hoe zit het met de adoptie? Gaan Nederlanders massaal over op elektrisch nu de financiële wortel wat kleiner wordt? De afbouw van belastingvoordelen zorgt bij een deel van de huidige EV-rijders (zo’n 60% volgens onderzoek) voor twijfel over hun volgende auto. Toch blijven de fundamentele voordelen van elektrisch rijden overeind: geen lokale uitstoot (goed voor de luchtkwaliteit in steden!), lagere onderhouds- en ‘brandstof’kosten (elektriciteit is vaak goedkoper dan benzine of diesel), en een stille, comfortabele rijervaring. Bovendien blijft de zakelijke markt een belangrijke aanjager, mede gestimuleerd door de invoering van zero-emissiezones.

Navigeren door de elektrische toekomst

Wat betekenen al deze ontwikkelingen nu concreet als je overweegt om (weer) elektrisch te gaan rijden rond 2026? Het is duidelijk dat het financiële plaatje verandert. De wegenbelasting komt eraan en de bijtelling stijgt. Dit betekent dat de maandelijkse kosten hoger zullen worden dan in de pioniersjaren. Een kostenstijging per maand van enkele tientjes, afhankelijk van het gewicht van de auto, is realistisch.

Tegelijkertijd wordt de keuze steeds ruimer, zowel in nieuwe modellen in allerlei segmenten als op de groeiende tweedehandsmarkt. De technologie verbetert continu, wat leidt tot betere prestaties, een grotere actieradius en snellere laadtijden. Het is daarom belangrijker dan ooit om verder te kijken dan alleen de aanschafprijs of het leasebedrag. Bereken de Total Cost of Ownership (TCO), waarin je ook de (lagere) kosten voor energie (in plaats van brandstof) en onderhoud meeneemt, naast de veranderende belastingen en eventuele subsidies voor aanschaf (vooral tweedehands).

De weg naar 2026 en verder is er een van aanpassing. De initiële, zeer gulle stimuleringsmaatregelen maken plaats voor een meer volwassen markt waarin elektrisch rijden steeds meer de norm wordt, maar ook financieel anders wordt benaderd. Het vergt wat meer rekenwerk en afweging, maar de elektrische toekomst biedt onverminderd fascinerende techniek en een steeds breder palet aan aantrekkelijke auto’s. De keuze wordt misschien complexer, maar zeker ook interessanter!